Zeventien literaire en literair-educatieve organisaties ontvangen vierjarige subsidie
03 juli 2024
Het Nederlands Letterenfonds heeft positief besloten over de aanvragen van zeventien organisaties voor een vierjarige subsidieperiode van 2025-2028. Zowel literaire als literair-educatieve organisaties ontvangen samen meer dan € 10 miljoen. Dankzij de subsidie kunnen de organisaties hun steeds grotere maatschappelijke rol blijven uitoefenen. Leesbevordering, literatuureducatie en fair pay zijn nieuwe speerpunten voor de komende periode.
De volgende literaire organisaties ontvangen de komende jaren structurele subsidie: Crossing Border, Poetry International, Wintertuin, Writers Unlimited, Brainwash, De Nieuwe Liefde, El Hizjra, Mensen Zeggen Dingen, Noordwoord, Read My World, Tilt en Watershed. Voor de literair-educatieve organisaties gaat het om Passionate Bulkboek, School der Poëzie, Poëziepaleis, Samenleving en Kunst, en Kleine Lettertjes.
Romkje de Bildt, directeur-bestuurder van het Letterenfonds: ‘Literaire organisaties blijven onverminderd belangrijk voor het literaire veld en zijn onmisbaar voor schrijvers, vertalers, en woordkunstenaars. Via hun activiteiten komt een grote groep van lezers en niet-lezers in contact met literatuur. We zijn trots dat we hier weer een bijdrage aan kunnen leveren. En dat we daarnaast met het ruimer investeren in literair-educatieve organisaties de komende jaren steviger in kunnen zetten op leesbevordering.’
Meer focus op leesbevordering en literatuureducatie
In de komende vier jaar zet het Letterenfonds extra in op leesbevordering en literatuureducatie. Naast de bestaande regeling voor literaire organisaties is er een aparte vierjarige subsidieregeling voor organisaties die zich inzetten voor literatuur-educatie en leesbevordering, zowel binnen- als buitenschools. Deze nieuwe regeling biedt de komende vier jaar vijf organisaties extra stabiliteit en de mogelijkheid om ambities te realiseren, activiteiten uit te breiden en de impact te vergroten. Zij vormen immers een belangrijke schakel tussen het literaire aanbod, schrijvers, vertalers en jonge lezers en niet-lezers.
Vooruitgang in maatschappelijke betrokkenheid en fair pay
Literaire organisaties bieden een podium aan grote (inter)nationale namen en zijn tegelijkertijd broedplaatsen voor jonge literaire makers. Ook geven ze ruimte aan de ontwikkeling van nieuwe genres en interdisciplinaire producties. Daarmee leveren zij een bijdrage aan de ontwikkeling van de literatuur en vormen zij een belangrijk onderdeel van de literaire infrastructuur.
De literaire organisaties nemen een steeds grotere maatschappelijke rol op zich – in het tegengaan van ontlezing, maar bijvoorbeeld ook in hun verantwoordelijkheid als werkgever en opdrachtgever. Zo is op het gebied van fair pay belangrijke vooruitgang geboekt. Dankzij VLAM21, de vereniging van letterenorganisaties, en de gezamenlijke betrokkenheid van letterenorganisaties bij de ketentafel Letteren van Platform ACCT, zijn nu duidelijke richtlijnen voor de beloning van personeel en zzp’ers in de letterensector opgesteld. Het merendeel van de gesubsidieerde organisaties heeft zich hieraan gecommitteerd.
Andere toekenningen
Er werden in totaal 19 aanvragen voor een vierjarige subsidie ingediend. Twee van deze aanvragers dienden daarnaast een subsidieaanvraag in bij het Ministerie van OCW in het kader van de Regeling culturele basisinfrastructuur 2025-2028 (bis). Beide aanvragers, Stichting Literatuurhuis (International Literature Festival Utrecht) en Explore the North-Productiehuis, ontvangen een positief besluit over hun aanvraag in de bis en gaan daardoor niet mee in de vierjarige subsidie van het Letterenfonds.
De bekendmaking van de toekenningen binnen onze meerjarige regelingen valt samen met de presentatie van het advies van de Raad voor Cultuur over en de bekendmaking van toekenningen voor de meerjarige subsidies van het Mondriaanfonds, Stimuleringsfonds Creatieve Industrie, Filmfonds, Fonds Podiumkunsten en Fonds voor Cultuurparticipatie. Het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap, de Raad voor Cultuur en de Rijkscultuurfondsen onderstrepen zo dat ze gezamenlijk staan voor een hoogwaardig, veelzijdig en toegankelijk cultureel aanbod in alle delen van het Koninkrijk.